Deze week is het weer de jaarlijkse ‘Week van de Lentekriebels’ een week waarin er op deelnemende scholen extra aandacht wordt besteed aan relationele en seksuele vorming. Normaal gesproken gaan in deze week ook de gesprekken op de oudste BSO veel over onderwerpen als verkering en zoenen. In 2017 schreef ik voor To be Kinderopvang een blog over dergelijke gesprekken, de vragen die kinderen stellen en hoe ik daar mee om ga. In deze week van de Lentekriebels dit blog in aangepaste vorm nogmaals met jullie delen.
Lastig
Vragen over relaties, veranderende prepuberlichamen en seks zijn soms lastig te beantwoorden. Je hebt te maken met je eigen normen en waarden, hebt niet altijd een antwoord paraat of twijfelt of de kinderen op jouw groep er wel aan toe zijn. Door media-aandacht vragen stellen kinderen ook steeds vaker vragen over onderwerpen als transgender zijn, seksuele intimidatie en geweld tegen homo’s. Vragen die zeer gevoelig kunnen liggen, vragen die je raken of over onderwerpen waar je juist niets van af weet. Dat maakt dat je als PM-er soms met je mond vol tanden staat of je erg ongemakkelijk voelt.
Zijn ze er wel aan toe?
Wanneer zijn kinderen eraan toe? Hier kun je achter komen door het initiatief voor dergelijke gesprekken bij het kind te laten en goed te observeren. Meestal zie je meteen of een vraag serieus is of dat het een kwestie is van stoer doen. Mijn ervaring is dat de kinderen met vragen er aan toe zijn om meer te weten over het onderwerp waarover ze vragen stellen. Neem deze vragen serieus en check of het kind je antwoord kan volgen. Maak je niet te druk over jongere kinderen in de groep die meeluisteren. Kinderen die nog niet aan het onderwerp toe zijn zullen vanzelf afhaken en iets anders gaan doen
Moet je dan ook vaker naar de wc?
Een aantal jaar terug vroeg de bijna 9-jarige Fabian mij; ‘Als ik straks een puber ben moet ik dan ook vaker naar de wc?’. Hij had ergens gehoord over zaadjes en had bedacht dat je daardoor dan vast vaker naar de wc moest want die zaadjes moeten nu eenmaal je piemel uit. Met prepubers op de groep krijg ik wel vaker vragen over de lichamelijke veranderingen in de puberteit. Waar ik uit eigen ervaring kan praten over groeiende borsten en ongesteld zijn heb ik met jongenszaken geen ervaring. Om ook de vragen van de jongens te kunnen beantwoorden pak ik regelmatig mijn boek ontwikkelingspsychologie erbij. Door me in te lezen weet ik wat er bij de jongens gebeurt en kan ik hun vragen beantwoorden.
Heb jij weleens seks gehad?
Dat ik niet getrouwd ben of samenwoon vinden kinderen erg interessant, dit levert vaak vragen op. Kinderen willen weten of ik verkering heb maar vragen bijvoorbeeld ook of ik weleens seks heb gehad. Vragen van kinderen die uit interesse gesteld worden beantwoord ik altijd. Ik beantwoord dit soort vragen to the point en geef geen details. Vind ik een vraag te persoonlijk dan leg ik dit aan het kind uit. Ik zeg dan bijvoorbeeld dat ik dat onderwerp alleen met vriendinnen bespreek. Kinderen snappen vaak heel goed dat je niet alles met iedereen bespreekt.
Zou ik bi zijn?
Een tijdje geleden kreeg ik deze vraag van een 10 jarige meid. Zij was al eens verliefd geweest op een jongen maar nu was ze verliefd op een meisje, dus misschien was ze wel bi, wat dacht ik….. Ik heb haar geantwoord dat ik dat een lastige vraag vond omdat ik zelf altijd alleen op jongens verliefd ben geweest en dus niet weet hoe het voelt om bi te zijn en vroeg haar wat ze zelf dacht. Er ontstond een open, respectvol gesprek over allerlei verschillende soorten verliefdheid en relaties waarin ik benadrukte dat alle gevoelens er mogen zijn en dat gevoelens die anders lijken of zijn dan wat andere mensen voelen niet slecht zijn.
Open sfeer
Omgaan met vragen over relaties, lichamelijke veranderingen en seks hoort bij het werken op de oudste BSO. Dat wil niet zeggen dat je alle ins en outs van de puberteit moet weten of dat jij jezelf volledig bloot moet geven. Wel is het belangrijk dat er een open sfeer in de groep is. Een sfeer waarin kinderen deze vragen durven te stellen, zich serieus genomen voelen en jij je als PM-er op je gemak voelt. Een sfeer waarin iedereen er mag zijn, ook die jongen die verliefd is op een andere jongen of dat meisje dat zich een jongen voelt.
Tips
- Laat het initiatief voor dit soort gesprekken bij de kinderen liggen en stem je antwoord af op de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind.
- Krijg je een vraag die je niet kunt of wilt beantwoorden, leg dit dan aan het kind uit zonder het kind af te wijzen.
- Wees je bewust van je eigen normen en waarden en let erop dat deze de open sfeer niet in gevaar brengen.
- Gebruik boeken en filmpjes als ondersteuning, bijvoorbeeld de filmpjes van Dokter Corrie, in dit NPO Zapp programma geeft Dokter Corrie seksuele voorlichting aan kinderen vanaf 9 jaar en beantwoordt zij vragen over puberteit, relaties en seksualiteit
- Ga met je collega’s en leidinggevende in gesprek over hoe jullie om willen gaan met dit onderwerp, kijk hierbij ook naar hoe je ouders informeert en erbij betrekt
Maar boven alles; geniet van de leuke, grappige en soms ontroerend mooie gesprekken die het praten over prepuberzaken je op kan leveren!