Iedere keer dat ik Wie is de Mol speel maak ik de kinderen wijs dat de Mol door het toeval gekozen wordt. Dit is echter eigenlijk nooit zo! Kinderen kijken altijd enorm uit naar Wie is de Mol, regelmatig vragen kinderen wanneer we weer gaan beginnen en op welke dag. Op dat soort momenten peil ik alvast welke kinderen mee willen gaan doen en ga ik bedenken wie van hen de beste Mol is, hierbij hou ik rekening met verschillende dingen.
De Mol zijn is superleuk maar ook best lastig. Je mag zoals ik het speel namelijk 8 weken lang aan niemand mag vertellen dat jij de Mol bent, ook niet aan vriendjes, broertjes of zusjes. Dat moet je als kind kunnen en willen. Voor sommige kinderen is dat echt nog te moeilijk en die kunnen de verleiding niet weerstaan het toch te vertellen, wat het verloop van het spel niet ten goede komt.
Daarnaast is het superspannend om de Mol te zijn en iedere week tijdens opdrachten te proberen onopvallend en ongemerkt de anderen te dwarsbomen, ook daar moet het kind mee om kunnen gaan. Sommige kinderen worden bij het idee al zo gespannen en zenuwachtig dat de Mol zijn niet leuk voor ze is. Maar misschien nog wel het moeilijkst is dat je als Mol in de gaten moet houden dat je wel mag Mollen maar niet de anderen mag klieren of opdrachten mag verpesten. Waar die grens ligt moet je als Mol zelf (eventueel met hulp van mij) in kunnen schatten en lang niet alle kinderen kunnen dit.
Voor sommige kinderen is de Mol zijn echt te moeilijk en er zijn ook altijd kinderen die daardoor de Mol helemaal niet willen zijn. Als Mol kies ik dus een kind waarvan ik weet dat hij het leuk vindt om de Mol te zijn, die goed geheimen kan bewaren, die eigen initiatief toont, goed grenzen aanvoelt en bij voorkeur een beetje stiekem is. Ik kies ook altijd een kind die het spel al eerder als gespeeld heeft, zodat hij alvast een beeld heeft van hoe het spel gaat en hoe hij zou kunnen Mollen.
De Mol wordt altijd door mij geholpen. Iedere week krijgt hij stiekem een paar dagen van tevoren een brief met de opdracht van die week plus tips om te Mollen. Zo is de spanning van wat we gaan doen al een beetje weg en kan hij zich voorbereiden op de opdracht. Daarnaast fluister ik de Mol (als het lukt) tijdens het spel regelmatig stiekem een tip, aanwijzing of aanmoediging in.
Sommige Mollen vinden het fijn om te weten hoeveel stemmen ze iedere week krijgen, ook dat probeer ik ze dan af en toe stiekem toe te fluisteren. Het is altijd superleuk om de trotse koppies te zien als ze horen dat ze geen of heel weinig stemmen hebben gekregen. Wees hier wel voorzichtig in, weten dat je al (heel) veel stemmen hebt gekregen kan voor extra druk en zenuwen zorgen en er toe leiden dat een kind niet meer durft of wil Mollen of zijn plezier in het spel verliest .
Hopelijk heb je een beetje een beeld van hoe ik mijn Mol kies en hoe je dit op je eigen groep zelf zou willen of kunnen doen als je Wie is de Mol gaat spelen. In mijn volgende Wie is de Mol blog deel ik een aantal simpele maar superspannende Wie is de Mol spellen. Tot dan!